Geschiedenis van West-Zeeuws-Vlaanderen

Romeinen en Vikingen

Aardenburg werd door de Romeinen gesticht. Daarvan zijn nog enkele overblijfsels te zien. Na de Romeinen teisterden Vikingen de kuststrook. De bewoners bouwden versterkingen om zichzelf te beschermen. Oostburg dankt zijn naam nog aan de burcht die toen werd gebouwd.

Overstromingen

Lange tijd lag ieder dorp op een eiland. Overstromingen waren een grote bedreiging. Vooral de Sint Elizabethsvloeden aan het begin van de 15e eeuw richtten veel schade aan. Meerdere dorpen zijn voorgoed door het water verzwolgen.

Graafschap Vlaanderen

De streek was lang onderdeel van het Graafschap Vlaanderen. Aardenburg, Sint Anna ter Muiden en vooral Sluis waren belangrijk voor Vlaanderen. Het waren handelssteden langs het Zwin. De relatie met Brugge was erg belangrijk. Maar bij geschillen gebeurde het soms dat Brugge en Gent in Zeeuws-Vlaanderen kwamen plunderen of brand stichtten. Graafschap Vlaanderen was onderdeel van het Franse koninkrijk. Zo werd de streek betrokken bij conflicten zoals de Guldensporenslag (1302) tegen Frankrijk en de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) tussen Frankrijk en Engeland. De Zeeslag bij Sluis in 1340 was het eerste treffen in deze oorlog.

De Tachtigjarige Oorlog 1568-1648

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog stond een deel van Graafschap Vlaanderen onder Spaans gezag en een deel onder Staats gezag. Prins Maurits veroverde in de eerste jaren van de 17e eeuw onze streek blijvend op de Spanjaarden. Toen werd ook de huidige grens tussen Nederland en België grotendeels bepaald. Langs de hele grens stonden in die tijd forten en versterkingen. De Staats-Spaanse linies zijn ook nu nog te herkennen in het landschap.

De 17e en 18e eeuw

Tijdens het Rampjaar van 1672 was Aardenburg een van de weinige plaatsen die onder Vaandrig Beekman stand hielden tegen een Franse invasie. Een Engelse invasievloot werd het jaar daarop bij de Slag bij Schoneveld verslagen. De Fransen vielen tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740 - 1748) Staats-Vlaanderen opnieuw binnen. Staats-Vlaanderen was deels katholiek - voornamelijk in het zuiden - en protestant langs de kust. Halverwege de 17e eeuw kwamen Franse Hugenoten als geloofsvluchtelingen naar de streek, gevolgd door de Salzburger emigranten een eeuw later.

De Franse Tijd 1795-1814

De Franse Revolutie bracht de Franse legers over heel Europa. Staats-Vlaanderen werd in 1795 door Napoleon bezet en samengevoegd met een deel van het huidige Oost-Vlaanderen (België) tot het Departement van de Schelde. De burgerlijke stand werd in 1796 door de Fransen ingevoerd, enkele jaren later zou de rest van Nederland volgen.

Belgische onafhankelijkheid 1830

De Belgen riepen in 1830 de onafhankelijkheid uit van het Koninkrijk België en beëindigden daarmee het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden. De Belgen probeerden de streek toe te voegen aan hun nieuwe staat met aanvallen. Dit mislukte. Kolonel Ledel werd gezien als de held die West Zeeuws-Vlaanderen bij Nederland hield.

De Eerste Wereldoorlog 1914-1918

Ondanks de neutraliteit van Nederland, had de Eerste Wereldoorlog veel impact op Zeeuws-Vlaanderen. IJzeren hekken en elektriciteitsdraden scheidden vier jaar lang de grens tussen België en Nederland. Boeren konden hun land aan de andere kant van de grens niet bewerken en families konden elkaar voor jaren niet bezoeken.
Daarnaast kwam een stroom van honderdduizenden Belgische vluchtelingen naar de streek, dat een grote impact had op de streek.

Belgische annexatiepogingen

De Nederlandse neutraliteit tijdens de wereldoorlog werd ons land niet in dank afgenomen. België wilde Zeeuws-Vlaanderen en Limburg annexeren als schadevergoeding voor de Nederlandse afzijdigheid. Campagnes werden gevoerd door voor- én tegenstanders van aansluiting bij België. De tegenstanders waren in de meerderheid en als dank kreeg West Zeeuws-Vlaanderen een middelbare school van de Nederlandse overheid: Het Koningin Wilhelmina Lyceum (KWL) te Oostburg.

De Tweede Wereldoorlog 1940-1944/1945

West Zeeuws-Vlaanderen was, dankzij de aanwezigheid van Belgische en Franse soldaten, het laatste deel van Nederland dat zich overgaf aan de Duitsers: 18 mei 1940. Noodgeld werd gedrukt, maar niet meer in gebruik genomen. Gedurende de oorlogsjaren was de Knokploeg West Zeeuws-Vlaanderen onder andere verantwoordelijk voor de overval op het distributiekantoor te Oostburg. Als strategisch punt aan de Westerschelde was de streek belangrijk voor de toegang tot de haven van Antwerpen en er werd daarom hard om gevochten. Geallieerde bommen brachten in het najaar van 1944 de vrijheid terug naar West Zeeuws-Vlaanderen, maar tegen een zware tol.
Als relatief een der zwaarst getroffen regio’s van Nederland, werden sommige plaatsen haast geheel verwoest. Het bombardement op Breskens van 11 september 1944 is hier een van de meest bekende voorbeelden van. Op 13 maart 1945 zou koningin Wilhelmina via de grens gemarkeerd met een meelstreep te Eede voor het eerst weer voet op Nederlandse bodem zetten.

Wederopbouw, gemeentelijke herindelingen na 1944

De periode na de Tweede Wereldoorlog werd grotendeels gekenmerkt door de wederopbouw van de door oorlog vernietigde streek. Daarnaast hebben de verschillende gemeentelijke herindelingen (1970, 1995 en 2002) de lokale gemoederen flink beziggehouden.